Psalm 14
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Voor de verduurder.
00 Van David.
00 Zegt de loze in zijn hart: ‘Geen Machtige.’
00 Verderfelijk, gruwelijk werken zij,
00 geen die het goede maakt.
2 Wezer gluurt uit de hemel naar de aardelingzonen
00 om te zien, is er een beseffende
00 die de Machtige vraagt?
3 Alles zwenkt, vunzig bijeen,
00 geen die het goede maakt, ook geen één.
4 Voelen al de zwelligheidwrochters niet,
00 hoe zij mijn volk etend brood eten,
00 Wezer niet roepen?
5 Daar beven zij beving,
00 ja, de Machtige in het bewarend geslacht.
6 Het beraad van de gebogene beschamen jullie,
00 ja, Wezer zijn schuil.
7 Wie geeft vanaf de Sion de bevrijding van Israël?
00 Wijl Wezer keert de keer van zijn volk,
00 juicht Jakob, verheugt zich Israël.